Veel vorstgevoelige kuip- en potplanten staan als het goed is nu in de winterberging. In de schuur, garage, kelder, kas, serre of een onverwarmde zolderkamer. Vooralsnog lijkt het geen strenge winter te worden, maar met de huidige klimaatverandering is er bijna geen peil meer op te trekken. Ook bij tuinieren kun je dan maar beter het zekere voor het onzekere nemen en je geliefde oleanders, potgeraniums, fuchsia's, Afrikaanse lelies, salvia's en abutilons gedurende de winter op een vorstvrije plek zetten. Je hebt er dan in principe weinig omkijken naar, maar je kunt ze ook weer niet een paar maanden lang helemaal aan hun lot over laten. Ons tuincentrum in 's-Gravenzande (Westland) geeft tips, zodat je ze straks weer fris en fleurig op je balkon of terras kunt zetten.
Pot- en kuipplanten in de winterberging
Van oudsher is een kuipplant een vorstgevoelige plant die ’s winters bij landgoederen en kastelen in een oranjerie werd gestald. Vaak waren het – zeker voor die tijd – exotische boompjes, zoals sinaasappelboompjes; vandaar ook de naam ‘oranjerie’. Tegenwoordig beschouwen we eigenlijk alle wat grotere (sub)tropische planten als kuipplant, zoals de oleander, engelentrompet (Brugmansia), abutilon, Afrikaanse lelie (Agapanthus), mannentrouw (Plumbago) en de bougainville. We zetten deze prachtige zomerbloeiers in een grote pot of kuip, zodat we ze in de winter relatief makkelijk op een vorstvrije, beschutte plek kunnen zetten.
Als basisregel geldt: haal kuipplanten zo laat mogelijk naar binnen en zet ze zo vroeg mogelijk weer buiten, maar vermijd grote temperatuursschommelingen. De meeste kuipplanten kunnen wel een paar graden vorst hebben, zeker wanneer je ze in de tuin bij elkaar tegen de muur van het huis of onder een afdak plaatst. Houd de weersverwachting in de gaten en zet ze vóór de eerste strenge nachtvorst op een koele, maar vorstvrije en liefst lichte plek.
Een goed winteronderkomen
Omdat natuurlijk bijna niemand een oranjerie heeft, stallen de meeste mensen hun vorstgevoelige pot- en kuipplanten in de kas, garage, schuur, kelder, serre of in een onverwarmde (zolder)kamer. Een overwinteringsplek met een temperatuur van tussen de 4 en 12 graden Celsius is voor de meeste planten prima. Er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen, zoals de bougainville die in de winter graag een temperatuur van tussen de 16 en 20 graden Celsius en zeker ook voldoende licht wil.
Bladverliezende soorten, waaronder bol- en knolgewassen zoals de Afrikaanse lelie (Agapanthus), Abessijnse gladiool, kuiflelie of ananasplant (Eucomis) en wilde of Kaapse knoflook (Tulbaghia), hebben praktisch geen water en ook nauwelijks licht nodig.
Verzorgingstips voor overwinterende planten
- Zorg ervoor dat de potten en kuipen waar de planten in staan schoon zijn. Controleer de randen en bodem van de potten en kuipen goed. Verwijder insecten en diertjes, zoals pissebedden en slakken, en aangekoekte aarde met een borstel voordat je ze op hun overwinteringsplek zet.
- Geef alle pot- en kuipplanten maar heel weinig water en zeker geen mest of andere voeding. Ze zijn immers min of meer in winterslaap. Wanneer ze op een iets warmere en lichtere plek staan en nog blad en/of bloemen dragen hebben ze iets meer water nodig. Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn bij potgeraniums. Steek bij twijfel een vinger in de potgrond om te voelen of deze echt gortdroog is of nog licht vochtig. Dat laatste is prima.
- Controleer de planten in de winterstalling regelmatig op zieke en aangetaste bladeren en takken en verwijder deze dan direct.
- Grote kuipplanten met veel takken en bladeren, zoals oleanders, kun je voorzichtig een beetje insnoeren door er een touw omheen te binden, zodat ze minder plek innemen.
- Lucht de overwinteringsruimte regelmatig.
- Zet regelmatig een deur of raam open als er weinig daglicht in de winterstalling valt. Doe dit alleen op een vorstvrije dag.