Het lijkt nog ver weg, zeker met dit kwakkelende voorjaar en de nog altijd zorgelijke coronasituatie, maar het gaat echt weer zomer worden. Beleef alvast de nodige voorpret en ga met vooruitziende en positieve blik aan de slag met zomerbollen. Deze bollen, knollen en wortelstokken bloeien straks lang en kleurrijk en je kunt ze nu in de tuin, maar ook prima in een pot op het (dak)terras of balkon planten. Ze zijn – geheel onterecht – niet zo bekend als voorjaarsbollen, zoals narcissen, tulpen, hyacinten en blauwe druifjes.
In ons tuincentrum in 's-Gravenzande (Westland) heb je ruime keuze uit zomerbollen, van die rare spinachtige knollen van dahlia's tot de aardappelvormige knollen van calla's of Zantedeschia's. De knollen en bollen zien er niet bepaald aantrekkelijk uit, maar ze produceren mooi blad en dito bloemen. Veel ervan leveren ook goede snijbloemen voor een vers boeket in huis of op de tuintafel en sommige verspreiden ook nog eens een heerlijke geur.
Zomerse toppers
Bekende en geliefde zomerbollen zijn dahlia’s, begonia’s, lelies, calla’s en gladiolen. De meeste van deze bollen bloeien lekker lang, in allerlei uitbundige knalkleuren. Minder bekende zomerbollen zijn onder andere de Kaapse hyacint (Galtonia), de Kaapse knoflook (Tulbaghia), de Abessijnse gladiool, naald van Cleopatra (Eremurus) en de exotische ananasplant of kuiflelie (Eucomis). Ook veel anemonen, siergembers en de Afrikaanse lelie (Agapanthus) zijn eigenlijk bol- of knolgewassen.
1. Dahlia
Deze knol is helemaal terug van weggeweest. Ze zijn er in tal van soorten en maten, met verschillende fraaie blad- en bloemkleuren en ook meerkleurige bloemen. Een dahliabloem kan cactus-, anemoon- en pomponvormig zijn. En er komen nog altijd nieuwe cultivars bij, in alle mogelijke kleurstellingen. Je plant de knol oppervlakkig, zo'n drie centimeter diep, in een pot met gaten in de bodem of in de volle grond op een zonnige, beschutte plek en in goed doorlatende grond. Je kunt nooit genoeg dahlia's hebben, want je kunt een dahlia in pot later in de zomer gebruiken om kale plekken in de border mee op te vullen. Afhankelijk van de hoogte van de omringende planten kun je de pot eventueel gewoon neerzetten of ter plekke ingraven. Verwijder telkens de uitgebloeide bloemen, zodat de knol nog langer doorbloeit.
2. Begonia
De begonia heeft net als de dahlia al een tijdje niet meer dat tuttige imago dat er lang aan kleefde. Op het ogenblik is bijvoorbeeld vooral de stippenbegonia helemaal 'hot'. Er zijn ontzettend veel soorten, als kamerplant, maar ook voor in de tuin. Er zijn ook eenjarige hangbegonia's waarmee je hanging baskets en balkonbakken kunt vullen. Veel ervan hebben decoratieve bladvormen en -kleuren, naast enkele of dubbele bloemen in allerlei mogelijke kleuren. De bloemen kunnen ook licht geuren. Er zijn goed winterharde en minder sterke soorten. Of je de begonia nu binnen of buiten zet: laat hem niet uitdrogen, want begonia's hebben veel dorst. Plant de begoniaknol zo'n twee centimeter diep in de volle grond of in een grote pot. Vul de pot niet tot de rand toe met grond, want dan loopt het regen- of gietwater over de rand weg.
3. Lelie
Deze bol is goed winterhard en kan al vroeg in het jaar gepoot worden, minstens tien centimeter diep. Lelies kun je in ons tuincentrum in 's-Gravenzande (Westland) ook bloeiend en al kopen, ook weer in alle mogelijke kleuren, vormen en maten. Lelies houden van zon en doen het zowel goed in de volle grond als in pot. Zorg ervoor dat de lelie niet te veel in de wind staat, want dan kunnen de hoog opgaande bloemstengels knappen.
4. Calla of Zantedeschia
Deze knol plant je op een diepte van circa 5 centimeter, of koop hem nu in bloei voor in de tuin of een pot in huis of op het terras of balkon. Deze vorstgevoelige bloeier gedijt in losse, goed gedraineerde grond en houdt van een lichte standplaats. Hoe zonniger hij staat, hoe dorstiger de exotische plant zal zijn. De calla of Zantedeschia behoort net als de Flamingoplant (Anthurium) tot de aronskelkachtigen. Het zijn eigenlijk de schutbladeren en niet de bloemen die zo mooi kleuren, van wit, roze, geel, oranje en rood tot zwartpaars. Lelijk, oud blad kun je afknippen, dan maakt de plant gewoon weer nieuw blad aan.
5. Gladiool
Naast de bekende grootbloemige gladiolen, ook wel zwaardlelies genoemd, zijn er kleinbloemige gladiolen en minigladiolen (Glamini’s). Ze zijn er in allerlei kleuren, effen of tweekleurig. Je kunt de bloemen verwerken in een boeket, of er gewoon lang van genieten in de tuin of moestuin of in een pot op het terras of balkon. Deze niet winterharde knol krijgt klokvormige, smalle of brede bloemen. Plant de knollen in mei op een zonnige, beschutte plek zo'n 10 centimeter diep in voedselrijke, kalkhoudende en goed doorlatende grond. Plant de knollen van de hogere soorten dieper zodat ze steviger staan en ondersteun de stelen wanneer ze hoger worden. Zet je gladiolen in een vaas? Knijp of draai de bovenste bloem dan uit de top. Dat zorgt voor een mooie, gelijkmatige bloei.