Na de feestelijke decembermaand lijkt de lente nog heel ver weg. Buiten is het donker en kaal. Er zijn maar weinig planten, struiken en bomen die midden in de winter bloeien of kleurige bessen dragen. Een van de meest dankbare vaste planten die dit seizoen opfleuren is de kerstroos, officieel Helleborus genaamd. Het is een sterke plant die nauwelijks onderhoud behoeft en maandenlang bloeit. Je vindt ze in december en januari vooral in potten en bakken voor op het terras, balkon of de tuintafel, ook in ons tuincentrum in 's-Gravenzande (Westland). Ook in pot kun je hem jarenlang overhouden, maar wat let je om hem na de bloei in de tuin te planten? Van kerstrozen heb je er immers nooit genoeg.
Helleborus in soorten en maten
De kerstroos (Helleborus) wordt soms ook wel winterroos genoemd. Je moet hem niet verwarren met de kerstster (Euphorbia pulcherrima of Poinsettia), die een kamerplant is. De kerstroos, een vaste plant, draagt het hele jaar door mooi blad. Er zijn kerstrozen met lichtgroen tot donkergroen blad, waarvan ook het formaat kan verschillen, en met elegante enkele of dubbele bloemen in tal van kleuren. Van wit of geelgroen tot roze, intens rood of dieppurper of fraai gespikkeld. De meest bekende soorten zijn de Helleborus niger, die wit bloeit, en de Helleborus orientalis. De Helleborus foetidus wordt een beetje oneerbiedig stinkend nieskruid genoemd, omdat de geelgroene bloemen bij aanraking niet zo'n aangename geur verspreiden.
Standplaats en verzorging van de kerstroos
De kerstroos is goed winterhard en houdt van voedzame grond en halfschaduw. Een zonnige plek kan hij ook wel aan, zolang hij maar voldoende voeding en water krijgt. Schoffel of schep in het voorjaar en eventueel nog een keer in oktober wat gedroogde koemestkorrels door de grond aan de voet van de Helleborus.
Het oude, laaghangende blad kan last krijgen van bladvlekkenziekte, dus knip dat tot de grond weg, ook om de bloemen beter zichtbaar te maken. Snoei overigens nooit als het vriest, dat geldt voor elke plant, struik of boom. De kerstroos vormt na de snoei meteen weer nieuw, fris blad.
De uitgebloeide bloemen kun je telkens verwijderen voor een langere bloei, maar je kunt ze ook laten zitten om er zaad uit te winnen dat je eind mei, begin juni in potten of ter plekke in de tuin kunt zaaien. Je kunt een kerstroos ook vermeerderen door hem in september te delen.
Een kerstroos staat mooi in een wintergroen tapijt van maagdenpalm, lievevrouwebedstro of klimop en in combinatie met bloeiende sneeuwklokjes, wintercyclamen en longkruid.